Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In onderstaande tabel wordt de kwantificering van de risico's alsmede de beschikbare weerstandscapaciteit weergegeven. Onder de tabel wordt dit nader toegelicht.

Tabel 2. Reguliere incidentele risico's versus beschikbare weerstandscapaciteit

1. Kwantificering risico's

De reguliere incidentele risico's (minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen) kunnen worden becijferd op € 14,41 miljoen. Per saldo is dit € 2,3 miljoen lager ten opzichte van de Jaarstukken 2022. De mutaties zijn:

• Afvalbedrijven: € 2,03 miljoen.
  • Uw Staten hebben besloten om voor het boedelkrediet North Refinery een bedrag van in totaal € 1,67 miljoen beschikbaar te stellen, € 1,36 miljoen uit de Algemene reserve en € 0,31 miljoen uit een voorziening (zie Statenvoorstel 2023-034180). Als gevolg van dit besluit is het risico afgenomen. Voor de volledigheid merken wij op dat de afvalstoffen inmiddels vrijwel geheel zijn opgeruimd en zoals het er nu uitziet de omvang van het boedelkrediet toereikend is om alle afvalstoffen op te kunnen ruimen. Bij de Jaarrekening 2023 zullen wij u hierover nader informeren.
  • Uit de meest recente ODG-rapportage blijkt dat de hoeveelheid opgeslagen afval is afgenomen waardoor het risico is verlaagd.
• Ten opzichte van de Jaarstukken 2022 hebben bij enkele leningen/garanties kleine afwijkingen plaatsgevonden als gevolg van bijschrijving rente (SHINE Medical en Ommelander Ziekenhuis Groningen) of een marginale afboeking (Kredietunies). Het totale effect is een afname van het risico met € 0,25 miljoen.

2.   Incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit
Zoals hierboven aangegeven is een bedrag van € 1,36 miljoen onttrokken uit de Algemene reserve ter dekking van het verstrekte boedelkrediet North Refinery. De incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt nu € 15,34 miljoen. Hiervan zit € 14,5 miljoen in onze eigen Algemene reserve en het bedrag van € 0,8 miljoen (voor de afdekking Van het risico op de lening aan SHINE Medical) is ondergebracht bij de NOM.

3.   Verschil
Het verschil tussen de incidenteel beschikbare weerstandscapaciteit en het minimaal incidenteel benodigde weerstandsvermogen en bedraagt € 0,93 miljoen. Dit staat gelijk aan 6,0%.
Aangezien bij risico's altijd tussen opeenvolgende ijkpunten verschillen ontstaan, is er geen reden om het overschot in de beschikbare weerstandscapaciteit nu te laten vrijvallen.