Financiële begroting

Financiële positie

Sinds de Perspectiefnota 2024 heeft een aantal ontwikkelingen in het financieel perspectief plaatsgevonden. Per saldo is sprake van een toename van de begrotingsruimte. Tabel 6 geeft de vergelijking tussen het nu berekende financiële perspectief en het in de Perspectiefnota 2024 gepresenteerde perspectief. De autonome ontwikkelingen worden na de tabel toegelicht.

Tabel 6. Autonome ontwikkelingen Begroting 2024

(€ x 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal
2023-2027

Financieel perspectief Perspectiefnota 2024 (inclusief flexibel budget)

4.807

7.944

7.944

7.944

7.944

36.582

A. Financieel perspectief Perspectiefnota 2024

4.807

7.944

7.944

7.944

7.944

36.582

Autonome ontwikkelingen t.g.v./t.l.v. begrotingsruimte

1. Correctie decembercirculaire 2022 - Cyberweerbaarheid

-67

-

-

-

-

-67

2. Motie 'Busje komt zo'

-

-

-

-

463

463

3. Gevolgen septembercirculaire 2023 Provinciefonds

2.023

2.204

1.966

1.336

3.513

11.043

4. Motorrijtuigenbelasting

165

316

1.195

4.450

4.448

10.575

5. Actualisatie IBOI

299

-1.509

-679

-657

-

-2.546

6. Actualisatie investeringen

743

1.470

1.661

576

85

4.535

7. Actualisatie apparaatskosten

548

-178

-19

-112

-134

106

8. Rente en dividend

1.255

414

658

-1.000

-1.000

327

9. Actualisatie personele kosten CdK, GS en oud gedeputeerden

-107

-136

-137

-139

-140

-659

10. Indexering OV-bureau

40

-

-

-

-

40

11. IPO en BIJ12

-

-

-

-

-

-

12. Omgevingsdienst Groningen (ODG)

-

214

-463

-491

-552

-1.292

13. Administratieve correcties

-

-110

-2

-56

-56

-223

B. Totaal autonome ontwikkelingen t.l.v. begrotingsruimte

4.900

2.686

4.180

3.908

6.628

22.301

Autonome ontwikkelingen t.l.v. stelpost accres Provinciefonds

14. Actualisatie accressen

-

-1.554

-1.679

-1.819

-2.005

-7.057

C. Totaal autonome ontwikkelingen t.l.v. stelpost accres Provinciefonds

-

-1.554

-1.679

-1.819

-2.005

-7.057

D. Financieel perspectief na autonome ontwikkelingen

9.707

10.630

12.124

11.851

14.572

58.883

Toelichting:

Autonome ontwikkelingen ten gunste of ten laste van de begrotingsruimte

1. Correctie decembercirculaire 2022 - Cyberweerbaarheid
In 2022 is een afdracht van ca. € 0,8 miljoen aan het Provinciefonds gedaan ten behoeve van het verhogen van de cyberweerbaarheid van de provincies. In 2022 hebben wij € 66.900 ontvangen en dit bedrag is vrijgevallen ten gunste van het rekeningresultaat 2022. Bij het opstellen van de bestemmingsvoorstellen van het resultaat 2022 zijn deze middelen niet toegevoegd aan het budget voor informatiebeveiliging. Door middel van deze wijziging wordt dit alsnog voorgesteld.

2. Motie 'Busje komt zo'
Middels de motie 'Busje komt zo' zijn aanvullende middelen beschikbaar gesteld om in de periode 2023 t/m 2026 een aantal provinciale buslijnen in stand te houden. Deze motie is per abuis structureel in de meerjarenbegroting verwerkt. Door middel van deze wijziging wordt dit aangepast conform de motie. Vanaf 2027 is het jaarlijkse positieve effect op de begrotingsruimte € 462.500.

3. Gevolgen septembercirculaire  
In tabel 7 hebben wij aangegeven welke veranderingen er in onze uitkering uit het Provinciefonds zullen optreden in vergelijking met de ramingen in de Perspectiefnota 2024. De bijstelling van de nieuwe ramingen is gebaseerd op de Septembercirculaire 2023.

Tabel 7. Wijzigingen in de uitkering Provinciefonds

(€ x 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal
2023-2027

Stand Perspectiefnota 2024

212.580

225.307

228.791

222.712

218.212

1.107.601

Wijzigingen door Septembercirculaire 2023

A. ten gunste van Algemene middelen

2.023

2.204

1.966

1.336

3.513

11.043

B. ten gunste van sectorale middelen

346

136

136

136

129

883

Stand Begroting 2024

214.949

227.647

230.893

224.184

221.855

1.119.527

Hieronder worden de wijzigingen in de uitkering Provinciefonds afzonderlijk toegelicht.

A. Wijzigingen ten gunste of ten laste van de Algemene middelen

Aanpassing accressen 2023-2027
De provincies hebben niet ingestemd met het voorstel van het Rijk om het volumedeel van het accres 2022-2025 vast te zetten op de stand van de Voorjaarsnota 2022 van het Rijk. Het accres, de jaarlijkse toe- of afname van het Provinciefonds voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt daarom tot en met 2025 op de reguliere wijze berekend.

Als gevolg van de directe koppeling van het Provinciefonds aan de uitgaven van het Rijk neemt de uitkering uit het Provinciefonds in de periode 2023-2025 toe. In 2023 daalt het accres vanwege onder andere het doorschuiven van rijksuitgaven naar latere jaren. De tranches voor 2024 en 2025 stijgen. Dit komt zowel door hogere volumeontwikkeling als doorgestegen loon- en prijsontwikkeling.

Voor 2026 is het volumeaccres vastgezet en vindt er alleen bijstelling plaats op basis van de loon- en prijsontwikkeling. Inclusief de doorwerking van de loon- en prijsstijgingen uit voorgaande jaren ontstaat er een positief effect voor de tranche 2026.

In de Voorjaarsnota 2023 is door het Rijk besloten om het Provinciefonds vanaf 2027 te indexeren op basis van de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Deze indexatie wordt gesplitst in een volume- en een prijsdeel. In de Meicirculaire 2023 is in plaats van de bbp-indexatie nog de loon- en prijsontwikkeling toegepast. De aanpassing naar de bbp-systematiek leidt tot een hoger accres voor 2027.

Als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen wordt de uitkering over de periode 2023-2027 met een bedrag van € 7,8 miljoen bijgesteld.

Voorlopige ruimte onder plafond BTW-compensatiefonds
Het BTW-compensatiefonds en het Provinciefonds zijn communicerende vaten. Als het plafond van het BTW-compensatiefonds wordt overschreden komt het verschil ten laste van het Provinciefonds en bij een onderschrijding komt het verschil ten gunste van het Provinciefonds. De verwachte ruimte onder het plafond is ten opzichte van de Septembercirculaire 2022 gestegen. De verwachte onderbesteding 2023 is toegevoegd aan het Provinciefonds. Het positief effect voor 2023 is € 4,2 miljoen.

Financieringssystematiek
Bij de Voorjaarsnota heeft het Rijk onder de noemer Financieringssystematiek vanaf 2027
€ 100 miljoen structureel beschikbaar gesteld. Dit effect was reeds verwerkt in de Meicirculaire 2023. Bij de Septembercirculaire 2023 wordt hiervan structureel € 20 miljoen overgeboekt van het Provinciefonds naar het BTW-compensatiefonds. Dit resulteert in een negatief effect van € 1 miljoen ingaande 2027.


B. Wijzigingen ten gunste of ten laste van de sectorale middelen

Taakmutatie Programma Natuur
Als taakmutatie worden voor 2023 nog de resterende middelen uit fase 1 van het Programma Natuur als compensatie van de hogere kosten van de beheervergoeding vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) uitgekeerd. De middelen ad € 0,2 miljoen worden toegevoegd aan het betreffende budget.

Decentralisatie-uitkeringen
In de Septembercirculaire 2023 zijn twee nieuwe decentralisatie-uitkeringen opgenomen. Met ingang van 2023 dienen op basis van de gewijzigde Wegenverkeerswet 1994 procedures worden uitgevoerd ter verbetering van de verkeersveiligheid op autowegen. Hiervoor zijn vanaf 2023 structureel middelen beschikbaar gesteld. Op basis van het areaal in aantal kilometers in beheer zijnde autowegen wordt
€ 129.000 per jaar aan het Provinciefonds toegevoegd.

Daarnaast wordt de werkgever per 1 oktober 2023 verantwoordelijk voor een veilige woonplek van de decentrale bestuurders. De regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers is hierop aangepast. Ten behoeve van een veilige woonplek krijgen de decentrale bestuurders een beveiligingsadvies op maat aangeboden. Vanuit het programma Weerbaar Bestuur wordt voor de periode 2023 tot en met 2026 per jaar € 7.065 per provincie aan de uitkering Provinciefonds toegevoegd.

4. Opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting
Periodiek ontvangen wij van de Belastingdienst gegevens over de werkelijke ontwikkeling van het wagenpark, op basis waarvan we onze ramingen bijstellen. De raming opbrengst opcenten mrb is gebaseerd op de werkelijke aantallen per medio 2023. Ten opzichte van de Perspectiefnota 2024 doen zich de volgende ontwikkelingen voor:

Tabel 8. Wijzigingen in de opbrengsten opcentenheffing mrb

(€ x 1.000)

2023

2024

2025

2026

2027

Totaal
2023-2027

Begroting 2024

64.225

64.323

65.013

68.081

67.892

329.535

Perspectiefnota 2024

64.060

64.006

63.818

63.631

63.444

318.960

Verschil

165

316

1.195

4.450

4.448

10.574

Verklaring verschil

Omvang en samenstelling wagenpark

165

316

314

312

310

1.418

Elektrische voertuigen vanaf 2025 in mrb

881

2.994

2.994

6.869

Campers half tarief vanaf 2026

1.144

1.144

2.287

Totaal

165

316

1.195

4.450

4.448

10.574

Ontwikkelingen in de omvang en samenstelling van het voertuigenpark
Doordat het autobezit toeneemt ontstaat een voordeel van € 1,3 miljoen in de periode 2024-2027 aan opcenten motorrijtuigenbelasting ten opzichte van de Perspectiefnota 2024. Overigens zal die groei, door substitutie van fossiel aangedreven auto’s door elektrische voertuigen en door verzadiging, uiteindelijk stagneren. Om die reden prognosticeren we met ingang van 2024 geen groei meer in het aantal fossiel aangedreven voertuigen, maar een daling van 0,25%.

Elektrische voertuigen vanaf 2025 in mrb
Met ingang van 2025 vervallen de fiscale voordelen voor elektrische voertuigen. Op basis van de huidige informatie wordt voor elektrische voertuigen vanaf 2025 een kwart van het tarief van de mrb gerekend en worden de elektrische voertuigen vanaf 2026 volledig meegerekend voor de mrb.
Aangezien we niet exact weten op welke wijze de elektrische voertuigen in de heffing worden betrokken en ook niet of er wellicht toch iets van een stimuleringsmaatregel overblijft, hebben we deze opbrengst behoedzaam geraamd.

Campers half tarief vanaf 2026
In de belastingplannen 2024 heeft het demissionaire kabinet aangekondigd dat het tarief voor de mrb voor campers met ingang van 2026 zal worden verhoogd. Op dit moment betalen de campers een kwart van het tarief. Dat zal worden verdubbeld en uitkomen op de helft van het tarief.

5. Actualisatie IBOI (Index Bruto Overheidsinvesteringen)
In het Convenant RSP en in afspraken met de gemeente Groningen is vastgelegd dat RSP-middelen moeten worden voorzien van indexering. Deze afspraak is ook door vertaald in een aantal realisatieovereenkomsten (bijvoorbeeld Aanpak Ring Zuid en Spoorzone).

De IBOI 2023 bedroeg 4,834%. Dit was lager dan waar in de Begroting 2023 rekening mee is gehouden. Voor de begroting 2024 en verder moet eveneens een inschatting worden gemaakt van de indexeringslast. Voorgaand jaar werd rekening gehouden met 2% voor de jaren 2024 en verder. Nu hebben we rekening gehouden met 3% voor 2024 en 2% voor de jaren daarna.

De gewijzigde indices leiden tot een voordeel van € 2,2 miljoen. Dit voordeel wordt ruimschoots tenietgedaan door de langere indexeringsperiode, voornamelijk door vertraging in de projecten Spoorzone Groningen en Spoorlijn Veendam-Stadskanaal. Dit leidt per saldo tot een extra indexeringslast van € 2,6 miljoen.

6. Actualisatie apparaatskosten
Onze personeelsbegroting is geactualiseerd op basis van recente inflatiecijfers en mogelijke cao-ontwikkelingen. Bovendien hebben we de door uw Staten beschikbaar gestelde € 3 miljoen structureel voor de zgn. ijzeren voorraad toebedeeld aan de verschillende opgaven en transities. Dit alles om over voldoende structurele middelen te beschikken om onze ambities te kunnen uitvoeren. Voor de volledigheid merken wij op dat de structureel € 3 miljoen een eerste indicatie was. Op basis van een nadere uitwerking van Hoofdlijnenakkoord 2023-2027 zal worden bezien of een structurele ophoging van de € 3 miljoen gewenst is. Dit zal worden betrokken bij de Perspectiefnota 2025.

7. Actualisatie investeringen
De ontwikkelingen in de post Investeringen gaan over de jaarlijkse actualisatie van de investeringsprojecten. Investeringsprojecten worden geactualiseerd naar onder andere opleverdatum en uitgaven. Omdat projecten later opgeleverd worden dan verwacht, schuiven de afschrijvingslasten - voor zover ze niet gedekt worden uit de reserves - door in de tijd. Een vrijval nu van € 4,5 miljoen betekent een extra last in de toekomst.

8. Rente en dividend
Als gevolg van de actualisatie van onze financieringspositie stijgen de rentebaten over de periode 2023-2027 met € 0,33 miljoen. In de Perspectiefnota 2024 is voor de periode 2024-2027, op basis van de destijds verwachte ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, in het financieel perspectief voor de periode 2024-2027 een aanvullende rentebate van € 4,0 miljoen indicatief geraamd. Bij het opstellen van de Begroting 2024 hebben wij deze inschatting geactualiseerd en nader geconcretiseerd.

9. Actualisatie personele kosten
Deze post betreft de geactualiseerde personele kosten van de commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en oud-gedeputeerden.

10. Indexering OV-bureau Groningen Drenthe
Dit betreft een (beperkte) vrijval in 2023 van € 0,04 miljoen die het gevolg is van een lichte daling van het berekende accres voor 2023 op basis van de Landelijke Bijdrage Index (LBI). Dit voordeel komt ten gunste van de Algemene middelen. De effecten van de actualisatie van het accres voor de jaren 2024 en verder zijn opgenomen onder autonome ontwikkeling 14. 'Actualisatie accressen'.  

11. IPO en BIJ12
Op basis van de meerjarenbegroting 2024-2027 van het IPO zijn de budgetten voor 2024 bijgesteld. Voor het jaar 2024 zijn deze vooralsnog dekkend. Uit de meerjarenraming tot en met 2027 blijkt echter dat voor de toekomstige jaren sprake is van zich doorzettende kostenstijgingen op het gebied van onder meer de vergoeding voor faunaschade en de kosten voor activiteiten op het gebied van stikstof. In afgelopen jaren zijn hiervoor middelen beschikbaar gesteld vanuit de Algemene middelen.
Het valt echter niet uit te sluiten dat hier in de toekomst een financieel knelpunt ontstaat waarvoor een beroep moet worden gedaan op de Algemene middelen.

12. Omgevingsdienst Groningen (ODG)
De ontwerpbegroting 2024 van de ODG laat zien dat de werkzaamheden na 2024 onverminderd hoog zullen zijn. Mede doordat de toezichtstaak is toegenomen als gevolg van de nieuwe bedrijven die zich in de provincie vestigen als gevolg van de acquisities. Dit betekent dat de tijdelijke ophoging van de provinciale bijdrage gecontinueerd moet worden. Voor de periode 2024-2027 ontstaat hierdoor een kostenstijging van in totaal € 1,29 miljoen. Wij stellen voor deze kostenstijging te dekken vanuit de Algemene middelen.

13. Administratieve correcties
Betreft diverse technisch administratieve correcties die per saldo een negatief effect hebben op de begrotingsruimte over 2023-2027 van € 0,22 miljoen.

Autonome ontwikkelingen ten laste van de Stelpost accres Provinciefonds

14. Actualisatie accressen
In de Perspectiefnota 2024 is aangegeven dat de Meicirculaire 2023 van het Provinciefonds een positief effect had op de uitkering uit het Provinciefonds. Op basis van deze circulaire nam tot en met 2027 de cumulatieve uitkering met € 25,5 miljoen toe. Uit de Meicirculaire 2023 bleek dat het accrespercentage voor prijsstijgingen 2024 en volgende jaren die het Rijk hanteerde, hoger was dan de gehanteerde accrespercentages die wij in onze eigen provinciale meerjarenbegroting hanteerden op de uitgaven. Daarom hebben wij in de Perspectiefnota 2024 een bedrag van € 13,4 miljoen in de Stelpost accres Provinciefonds gestort.

Inmiddels hebben wij nu bij de Begroting 2024 onze eigen accrespercentages voor 2024 geactualiseerd. Dit betreft naast de accrespercentages voor goederen en diensten en incidentele en structurele subsidies ook het accrespercentage voor het openbaar vervoer (op basis van de zogeheten LBI-index). Wij stellen voor het totale effect van deze actualisatie (€ 7,06 miljoen) te dekken uit de Stelpost accres Provinciefonds.

Deze pagina is gebouwd op 10/17/2023 12:24:01 met de export van 10/17/2023 12:18:23