4.4.2 Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing
In de Verordening op het instellen en invorderen van de grondwaterheffing is het tarief per
1 januari 2013 verhoogd tot 1,68 eurocent per kubieke meter onttrokken grondwater (zie besluit van Provinciale Staten van 12 december 2012, nummer B.1, voordracht nr. 36/2012).
De volgende beleidskeuzes liggen ten grondslag aan de heffingen:
- De tariefstelling is meerjarig op basis van kostendekkendheid bepaald.
- Gerealiseerde afwijkingen worden toegevoegd of onttrokken aan de voorziening Grondwaterheffing.
Omschrijving kosten en opbrengsten | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 |
---|---|---|---|
Kosten taakveld(en) | -303.892 | -476.900 | -255.200 |
Toevoeging(-)/Onttrekking(+) voorziening | -37.505 | 160.900 | 58.600 |
Overhead | -23.997 | -44.000 | -163.400 |
Totale kosten | -365.394 | -360.000 | -360.000 |
Totale opbrengsten | 365.394 | 360.000 | -360.000 |
Dekking | 100% | 100% | 100% |
(bedragen in euro's)
Aangezien het beleid gericht is op de kostendekkendheid over meerdere jaren, worden de begrote verschillen tussen de opbrengsten en de kosten verrekend met de voorziening. De verhoogde kosten in 2023 betreffen voornamelijk kosten van geohydrologisch onderzoek. Deze extra kosten worden verrekend met de voorziening.