4.4.1 Legesverordening
De provincie heft voor diverse diensten leges en legt voor het gebruik van haar bezittingen precariobelasting op. Op basis van artikel 225 van de Provinciewet mogen de tarieven op begrotingsbasis niet meer dan kostendekkend worden vastgesteld.
De laatste vastgestelde aanpassing van de Legesverordening 1993, betreft de legestarieven per 1 januari 2023. Zie Statenbesluit van 9 november 2022 (47/2022; 2022-095229).
Met de geplande inwerkingtreding van de Omgevingswet (Ow) per 1 januari 2024, moet de Legesverordening 1993 worden aangepast. Een aantal bestaande wetten gaat met ingang van 1 januari 2024 op in de Ow. Daardoor veranderen diverse grondslagen voor het heffen van leges.
Daarnaast wordt het vanaf 1 januari 2024 mogelijk om ook leges te heffen voor aanvragen voor vergunningen die betrekking hebben op milieubelastende activiteiten.
Gezien het grote aantal wijzigingen is een nieuwe Legesverordening 2024 opgesteld die na vaststelling door Provinciale Staten vanaf 1 januari zal gelden.
De wijzigingen die hieruit voortvloeien zijn verwerkt in deze paragraaf.
Om de vergelijkbaarheid met de Begroting 2023 en de Jaarstukken (Realisatie) 2022 te behouden, is weergegeven op welke wijze de oude hoofdstukken van de tarieventabel, onder de Legesverordening 1993 opgaan in de tarieventabel onder de Legesverordening 2024.
Legesverordening 1993, tarieventabel | Legesverordening 2024, tarieventabel | Toelichting |
---|---|---|
Hoofdstuk 1, Wegen en vaarwegen | Hoofdstuk 1, Verkeer en Vervoer | |
Hoofdstuk 2, Natuur en milieu | Hoofdstuk 2, Wadlopen | Het oude Hoofdstuk 2 bevatte ook de leges: |
Hoofdstuk 3, (Grond)water; | Hoofdstuk 3 Omgevingsrecht | De Waterwet, de Ontgrondingenwet en de Wabo gaan allen op in de Ow. |
Hoofdstuk 1: Verkeer en vervoer
Omschrijving kosten en opbrengsten | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 |
---|---|---|---|
Kosten taakveld(en) | -169.397 | -158.900 | -201.100 |
Overhead | -88.933 | -101.200 | -108.300 |
Btw | |||
Totale kosten | -258.330 | -260.100 | -309.400 |
Totale opbrengsten | 38.177 | 55.300 | 55.300 |
Dekking | 15% | 21,3% | 17.8 |
(bedragen in euro's)
De kostendekkendheid van de leges Wegen en vaarwegen bedroeg in de Begroting 2023 21,3% en is in de Jaarstukken 2022 uitgekomen op 15%. De kostendekkendheid is gebaseerd op de verwachte opbrengsten afgezet tegen de geraamde personele inzet. De begrote opbrengst voor 2024 is gebaseerd op de begroting 2022 en tarieven 2024. De begrote kosten zijn de verwachte personele inzet. In 2022 zijn alle taken rond vergunningverlening samengevoegd, waarbij blijkt dat meer uren worden besteed aan deze specifieke vergunningen dan eerder werd geregistreerd.
Hoofdstuk 2: Wadlopen
De provincie Fryslân voert de Wadloopverordening 2023 uit, voor de provincie Groningen en ook voor de provincie Noord-Holland.
Gedeputeerde Staten heeft daartoe de provincie Fryslân gemandateerd. In onze begroting ramen we dan ook geen baten en lasten met betrekking tot het in behandeling nemen van aanvragen voor wadloopvergunningen.
Hoofdstuk 3: Omgevingsrecht
In hoofdstuk 3 van de tarieventabel zijn de belastbare activiteiten opgenomen die een grondslag hebben in de Omgevingswet. Voor een deel zijn dit activiteiten die voorheen onder de Wet natuurbescherming, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), Ontgrondingenwet, Waterwet en de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden vielen. Wetten die zijn opgegaan in de Omgevingswet. Belangrijkste nieuwe leges plichtige activiteiten zijn de aanvragen van vergunning voor milieubelastende activiteiten.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet mogen provincies weer milieuleges heffen. Deze leges zijn eerder in 1998 afgeschaft. Destijds zijn de provincies daarvoor gecompenseerd in het Provinciefonds. In het Financieel Akkoord uit 2016 is opgenomen dat deze compensatie niet teruggedraaid wordt op het moment dat de provincies weer milieuleges gaan heffen. De mogelijkheid voor het heffen van milieuleges wordt daarom in de financiële onderzoeken gezien als een financiële baat, ter dekking van kosten voor invoering van de Omgevingswet. Ook de andere provincies werken aan het invoeren van leges voor milieubelastende activiteiten.
In de tarieventabel bij de Legesverordening 2024 is een overzicht van milieubelastende activiteiten waarvoor de provincie bevoegd is opgenomen. Het gaat daarbij om vergunningaanvragen maar ook om aanvragen voor maatwerkvoorschriften en voorschriften voor gelijkwaardige maatregelen. De tarieven zijn gebaseerd op uren kengetallen, die zijn besproken in IPO-verband en door de meeste provincies worden gehanteerd. Dit leidt tot landelijke uniformiteit.
Omschrijving kosten en opbrengsten | Realisatie 2022 | Begroting 2023 | Begroting 2024 |
---|---|---|---|
Kosten taakveld(en) | -1.887.261 | -1.872.030 | -2.404.100 |
Overhead | -858.319 | -1.065.806 | -1.264.900 |
Btw | p.m. | p.m. | p.m. |
Totale kosten | -2.745.580 | -2.937.836 | -3.669.000 |
Totale opbrengsten | 1.107.894 | 1.265.300 | 1.264.700 |
Netto-opbrengsten | -1.637.686 | -1.672.536 | -2.404.300 |
Storting in / Onttrekking aan reserve | p.m. | p.m. | p.m. |
Opbrengst na verrekening met reserve | 1.107.894 | 1.265.300 | 1.264.700 |
Dekking voor verrekening met reserve | 40% | 43% | 34% |
Dekking na verrekening met reserve | 40% | 43% | 34% |
(bedragen in euro's)
Uitgangspunten
Binnen het hoofdstuk Omgevingsrecht is deels sprake van kruissubsidiëring. Er is sprake van kruissubsidiëring binnen het onderdeel bouwactiviteit, waarbij de kosten voor het verstrekken van een vergunning met een lagere bouwsom worden gesubsidieerd met opbrengsten welke worden verkregen bij de vergunningsverlening bij hoge bouwsommen. De kosten voor het in behandeling nemen van een aanvraag zijn namelijk niet direct gerelateerd aan de hoogte van de bouwsom. Zonder kruissubsidiëring zouden onaanvaardbaar hoge leges voor aanvragen met een lage bouwsom ontstaan welke maatschappelijk niet gewenst zijn.
In de tarieventabel bij de Legesverordening 2024 is gebruik gemaakt van een staffel voor gelijktijdige aanvragen van vergunningen voor meerdere milieubelastende activiteiten (mba's).
In meerdere gevallen wordt de omgevingsvergunning onder de Omgevingswet gebaseerd op één of meer mba's en niet op inrichtingsniveau. Het kan voorkomen dat waar voorheen één vergunning werd aangevraagd, dit nu voor meerdere mba's gedaan moet worden. Dit kan een onredelijke stapeling veroorzaken van verschuldigde leges. Vandaar dat een staffel is aangebracht, waardoor het gelijktijdig aanvragen van meerdere mba's goedkoper wordt bij twee tot vijf en bij vijf of meer mba's.
Hoofdstuk 4, 5 en 6 Legesverordening 1993
De legesverordening 1993 vervalt met ingang van de datum inwerkingtreding van de Omgevingswet. Op dat moment wordt de Legesverordening 2024 van kracht. Hiermee vervallen ook de hoofdstukken 4 tot en met 6 van de Legesverordening 1993.